Tips, trucs en handleidingen


Verzameling films en artikelen die geschreven zijn door boogschutters met tips, trucs over allerlei zaken die met boogschieten te maken hebben.

Compilatie film EK handboog 2012 

Harm van der Hoff heeft samen met de makers van de beelden (United) een mooie compilatie van deze wedstrijd gemaakt.

Apps Archery voor de mobile telefoon of tablet.

Deze varieren van gratis tot betaalde apps. Houd rekening met het feit dat gratis apps vaak reclame boodschappen geven. Zij kunnen echter goed functioneren ter ondersteuning van het boogschieten. Er zijn score helpers ( voor doelschieten , veld en 3D) tot apps voor advies welke pijlen bij welke boog passen.  Bij zoeken op het internet naar deze apps is de term archery aan te raden, deze geeft de meeste hits.

Let op bij downloaden dat je op gecertiviceerde sites begint.

Informatiefolder van de Nederlandse Handboog bond over oefeningen om voor en na het boogschieten te doen om ook blessures te voorkomen.

voor&na boogschieten0001

Film met Peter Elzinga over het verschil tussen compound en recurve schieten

 

 

Volgend artikel met dank aan Auteur Mark Tjeertes 

Basisregels voor het afstellen van een recurveboog

Vooral voor de beginnende schutter is het soms moeilijk om te bepalen wat de juiste boog setup is nadat je een poos met een verenigingsboog hebt geschoten. Ongetwijfeld heb je hier en daar wel al wat termen als peeshoogte, tiller en nokpunt gehoord.

Op een verenigingsboog zijn deze zaken al allemaal afgesteld op een standaard setting, maar wanneer je een eigen boog aanschaft zul je de boog toch moeten afstellen op je eigen fysiek en schietstijl. Om daarbij te helpen volgt nu een tamelijk eenvoudige uitleg hoe je de boog schietklaar kunt afstellen en geeft het inzicht in de verschillende termen.

Er vanuitgaande dat je in elk geval bekend bent met de onderdelen waaruit een gangbare recurveboog bestaat (Middenstuk,latten en pees) beginnen we met het bepalen van de peeshoogte en de tiller van de boog.

boog7

-PEESHOOGTE-

De peeshoogte kun je zelf afstellen. Dit doe je door de pees meer of minder op te draaien.Een pees moet altijd een beetje opgedraaid zijn. Dit om te voorkomen dat de pees tijdens de los als het ware uit elkaar vliegt. Een pees hoort standaard rond de 20 slagen opgedraaid te zijn.

Er is verschil tussen linkse en rechtse schutters! De pees moet voor linkse schutters linksom opgedraaid zijn, en voor rechtse schutters rechtsom. dit om losdraaien tijdens het lossen te voorkomen.

Je meet de peeshoogte met een peeshaak vanuit het diepste punt in de boog; het handvat. Een vuistregel voor het bepalen van de juiste peeshoogte is:

Booglengte 66 inch       Peeshoogte 21,5 cm

Booglengte 68 inch       Peeshoogte 22,0 cm

Booglengte 70  inch      Peeshoogte 23,0 cm

Begin met de voorgeschreven peeshoogte, later kun je nog fijnafstellen. Houd hierbij in gedachten dat meer slagen een sneller, maar moeilijker controleerbaar schot geeft. Dit omdat je meer spanning op de latten krijgt en dus meer ponden trekt bij dezelfde treklengte, en minder slagen een trager en dus ook moeilijker controleerbaar schot oplevert omdat je pees te weinig spanning heeft en dus kan gaan slaan. Ga dus niet zomaar slagen erbij of eraf draaien! Hier blijkt dus dat het heel belangrijk is om de juiste peeslengte te gebruiken, zodat je tijdens het opdraaien niet teveel afwijkt van de 20 slagen standaard om de juiste peeshoogte te bereiken. Blijf in ieder geval ruim tussen de 10 en 40 slagen!

Controleer regelmatig of je peeshoogte nog klopt. Vaak gaan er bij het op- en afspannen slagen af of bij.

Meest gangbare peeslengtes:

64 inch boog = 162,56 / 154 cm pees / 8,56 cm korter dan de boog

66 inch boog = 167,64 / 159 cm pees / 8,64 cm korter dan de boog

68 inch boog = 172,72 / 164 cm pees / 8,72 cm korter dan de boog

70 inch boog = 177,80 / 169 cm pees / 8,80 cm korter dan de boog

72 inch boog = 182,88 / 174 cm pees / 8,88 cm korter dan de boog

Een ander belangrijk punt is de lengte van de serving. Als je een nieuwe pees koopt of maakt, is het belangrijk dat de serving even lang is als op de oude pees. Het verschil zit hem in de massa. Ook al is het maar een heel klein verschil, door een langere serving wordt de pees zwaarder. Omdat er meer energie nodig is om een grotere massa te verplaatsen, zal de pees trager worden. Hierdoor kan er dus een hoogteverschil in uw vizierstand optreden. Het verschil kan gemakkelijk oplopen tot een verschil van twee tot drie ringen op het blazoen! Het gebruikte peesmateriaal en aantal draden hebben eenzelfde invloed. Weet dus welke pees je op je boog hebt als je aan een nieuwe toe bent.

-TILLER-

De tiller is het verschil tussen de afstand van de lat tot de pees net boven het middenstuk en de afstand van de lat tot de pees net onder het middenstuk. Dit verschil is nodig omdat het handvat onder het midden van de pees zit, en de pijl erboven, en de spanning op de onderste en bovenste lat daarom niet gelijkmatig verdeeld is wanneer je de boog spant. Door de tiller af te stellen, compenseer je dit verschil. Dit  geeft een rustiger en daardoor accurater schot.

Voor mensen die met drie vingers onder de pijl schieten moet de tiller ongeveer 1 – 2 mm zijn. (barebow)

Voor mensen die met een vinger boven de pijl schieten moet de tiller 4 – 7 mm zijn. (vizier, met harde tab)

Vuistregel is dat de afstand onder het nokpunt korter moet zijn dan die boven het nokpunt, en nooit andersom!

Hier komt wederom de peeshaak van pas! zorg dus dat je in het bezit van zo’n ding komt.

De tiller is niet bij alle bogen af te stellen, dus concentreer je allereerst op de juiste peeshoogte.

Bij de meeste beginnersbogen is de tiller ingecalculeerd bij het maken van het middenstuk, en dus niet te verstellen zonder kunstgrepen (Hardkunststof plaatjes tussen de lat en het middenstuk plaatsen). Ga dit niet zomaar op eigen houtje uitproberen, het kan de boog/schutter schaden.

Bij de wat duurdere modellen bestaat er vaak een schroefmechanisme waarmee de tiller af te stellen is. Laat je helpen door een ervaren medeschutter wanneer je de tiller wilt gaan afstellen.

1

-NOKPUNT-

Een nokpunt is een eenvoudige markering of een voorwerp dat op de pees van een boog wordt geplaatst. Het dient ervoor om de pijl iedere keer vanaf dezelfde plaats op de pees weg te schieten.

Het meten wordt wederom gedaan met de peeshaak. Er zijn verschillende mogelijkheden om een nokpunt te maken:

– Messingring (de bekendste). Makkelijk te (ver)plaatsen maar relatief zwaar, maakt de pees trager.

– Geknoopt met een stukje servingdraad. (tandflos zou ook kunnen) licht, pees blijft snel.

Het is belangrijk de juiste plaats voor het nokpunt te bepalen om een ongecontroleerde pijlvlucht te voorkomen.

Let op! De tiller-afstanden moeten eerst worden gecontroleerd en eventueel worden gecorrigeerd.

Alle nokpunt-instellingen worden gemeten vanaf het nulpunt (= 90 graden) op je pees met de peeshaak. Over het algemeen geldt dat de nokpunthoogte (in mm boven 90 graden) ongeveer gelijk is aan de tiller, maar de precieze afstelling van het nokpunt is alleen te bepalen door uitvoerig testen en aanpassen, ga in het begin uit van het volgende:

Instellingen voor de diverse soorten pijlsteun:

– Stick-On Rest zonder button (een opplakpijlsteun).

Bevestig de peeshaak zo dat het nog net de bovenkant van de steun raakt. Plaats de onderkant van de nokring op 5/16″ (= 7,9 mm) boven het nulpunt. Dit is een goed uitgangspunt.

– Plunger Style Rest (verstelbare pijloplegger met verstelbare button)

De afstand wordt gemeten vanaf het midden van de plunger (button), omdat het midden van de pijl altijd daar tegen de button steunt, mits de pijlsteun correct is afgesteld. Stel de onderkant van de nokring op 3/16″ (= 4,8 mm) boven het nulpunt. Dit is een goed uitgangspunt.

Nadat je al deze basisinstellingen hebt gedaan kun je pas bepalen welk type en lengte pijl past bij jou en je boog!

-PIJLLENGTE-

Als uitgangspunt voor de pijllengte zijn vele formules en trucs. Ga er om te beginnen maar vanuit dat de pijllengte meestal je treklengte + een inch is. (pijllengte gemeten vanuit de nok tot einde schacht. punt niet meetellen!) Je treklengte kun je eenvoudig bepalen met behulp van een medeschutter.Leg een te lange pijl op de oplegger en trek de boog uit tot jouw ankerpunt, en laat de medeschutter het punt waar de pijl tegen de button of plakoplegger aanligt markeren met een stift. Doe dit vier of vijf keer om een goed gemiddelde te bepalen. De afstand van je nok tot het streepje is je treklengte.Tel hier een inch (2,54 cm) bij op, en je hebt je pijllengte.

Nu je de pijllengte weet, kun je met behulp van de Easton arrowchart die op de schietvereniging hangt,of via het gratis te downloaden programma van de easton website uitrekenen welke pijlen in aanmerking komen om door jou te worden geschoten.  (deze gaat namelijk uit van de pijllengte, en niet de treklengte zoals veel mensen denken! let hier dus goed op.) Hiervoor moet je ook het trekgewicht van jouw boog weten. Vaak staat het theoretisch trekgewicht op de onderste lat weergegeven. (uitgegaan van een treklengte van 28 inch) Het is echter altijd aan te raden om het daadwerkelijke trekgewicht op de vereniging op te laten meten met de unster om een juiste pijlkeuze te kunnen maken.

-EINDAFSTELLING-

Mensen die een button hebben kunnen nog wat extra afstellen door de button in of uit te draaien; (met de button is nog meer aan de pijlvlucht te verstellen maar valt onder fijnafstellen, daarover heb ik eerder al een artikel geschreven, en laat ik daarom even achterwege.) Een punt van een aluminiumpijl moet ongeveer 2/5 tot 3/4 schachtdikte buiten de pees liggen. Naar buiten wil zeggen; van het venster af. Dit is voor rechtse schutters dus links langs de pees, en voor linkse schutters rechts langs de pees.

Voor Carbon/ACC/ACE geldt dat de pijlpunt 3/5 tot 1 schachtdikte buiten de pees moet liggen.

Heb je een opplakpijlsteun, dan gaat de pijlpunt dichter naar de pees toe door de oplegger naar voren te plakken (naar de pijlpunt toe). En verder van de pees door hem verder naar achteren te plakken. (naar de schutter toe) Dit geldt voor links- en rechtshandige schutters.

Nu je de juiste pijl bij je goed afgestelde boog hebt, kun je je vizier gaan afstellen. Heb je geen vizier? Gefeliciteerd! Je kunt gaan schieten!

Uitersten waarmee je rekening moet houden bij het afstellen.

Grotere of kleinere waarden leveren onvoorspelbare en mogelijk gevaarlijke situaties op!

tiller: maximaal 3/8″ (0,95cm) onder altijd minder dan boven.

peeshoogte: 21cm – 23.5cm max (bij een 70″ boog)

peeslengte: afhankelijk van top/top lengte van de boog, let hier goed op!

nokpunt: maximaal 3/8″ (0,95cm) boven haaks, gemeten van het middelpunt van de oplegger.

Delen van deze tekst zijn afkomstig/afgeleid van de online handleiding van de heer v/d Wiel.

Het arrowselector programma (en een complete tuningguide) kun je downloaden via:

http://www.eastonarchery.com/downloads

Veel tuning- en schietplezier!

 

 Handleiding veldschieten

Deze handleiding is geschreven om de discipline veldschieten nog meer bekendheid te geven en toegankelijker te maken voor de beginnende handboogsporters veld.
Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de schutters bekend zijn met de discipline doelschieten.

Auteurs van de tekst:
Tom Bill
Edwin de Ligter
Ludo de Greef

Voor de cursus veldschieten klik op onderstaande link.

cursus_veldschieten

Terug naar boven